Celfunctie en Infrarood
Celfunctie en Infrarood | De cel is de kleinste compleet levende eenheid die er bestaat (een organisme). Ons lichaam is opgebouwd uit naar schatting tussen de 80 en 100 miljard cellen. De cellen hebben infrarood warmte (zon, lichaamseigen warmte of externe applicatie) nodig om optimaal te kunnen functioneren.
Een cel heeft zelfs vitale organen, net als ons lichaam. Deze worden celorganellen genoemd. De cel heeft een celmembraan dat fungeert als een beschermlaagje (de huid), een ademhalingsstelsel (de longen) en een zenuwstelsel en wordt bestuurd door levenskracht en intelligentie.
De individuele cel maakt gebruik van een voeding- en afvalstoffen transport, heeft een stofwisselingsmechanisme en energiefabriekjes (mitochondriën). Een cel kan zichzelf delen en reproduceren en geeft daarbij alle belangrijke informatie (de blauwdruk voor verdere ontwikkeling) door aan de cel van de volgende generatie (de DNA-gegevens).
Een normaal functionerend lichaam heeft de potentie om gezond te blijven en te kunnen herstellen. Juiste lichaamstemperatuur speelt hierbij een essentiële rol. Als de cellen en weefsels een te lage temperatuur bereiken stagneren cel metabolische processen.
Het fysieke lichaam is het eeuwige leven niet gegund, het is slechts een instrument om levenslessen in te leren. Uiteindelijk zal het verouderingsproces z’n intrede doen (telomeren die korter worden en uiteindelijk niet meer aangroeien), begint het te degenereren en zal het dood gaan. Dit geld ook voor de cellen op celniveau.
Wanneer cellen ziek worden
Gezond celmetabolisme kan alleen plaats vinden als de cellen gebruik kunnen maken van optimale omgevingsfactoren (goede kwaliteit van het interstitiële celvocht). Helaas zijn er vele factoren die het functioneren van de cellen bemoeilijken en soms zelfs onmogelijk maken.
De cel bestaat uit een celwand (het celmembraan), deze is opgebouwd uit een bijzonder soort moleculen fosfolipiden genaamd. Wat ze bijzonder maakt is dat ze aan de ene kant oplosbaar zijn in water en aan de andere kant in vet. Ze vormen de buitenkant van de cel en schermen de celinhoud deels af van de interstitiële vloeistof dat zich tussen de cellen bevindt, deze vloeistof wordt ook wel extracellulaire vloeistof genoemd.
Alle cellen zijn omgeven door deze vloeistof. Het celmembraan kent een selectieve doorlaatbaarheidsfactor voor (voedings)stoffen die in de cel voor stofwisselingsprocessen nodig zijn. Met andere woorden, sommige stoffen worden wel doorgelaten en andere niet. Het celmembraan is selectief en moet proberen schadelijke stoffen buiten te houden.
Als er meer schadelijke stoffen zoals toxines, zware medicijnen, vrije radicalen, ziekteverwekkers, schimmels, virussen en parasieten door de celwand naar binnen komen dan dat er opgeruimd kunnen worden, wordt de cel ziek en kan deze vervolgens z’n functie niet goed uitvoeren. Met andere woorden, de cel kan dan het bruikbare voedsel niet meer omzetten tot glucose met als gevolg dat er geen of te weinig energie (ATP) wordt vrijgemaakt om de cel goed te laten functioneren.
Het bijkomstige effect is dat de afvalstoffen ook niet meer goed afgevoerd kunnen worden. Het DNA in de celnucleus (celkern) kan beschadigd raken (celmutatie), de celdeling verstoord en zelfs het DNA materiaal in de cel zijn energiefabriek (de mitochondriën) Als dit op grote schaal gebeurd kunnen er mitochondriale aandoeningen en zieke weefsels ontstaan.
Cellen, Voeding & Infrarood
Het bloed neemt de voorbewerkte voedingsstoffen uit de dunne darm mee door het lichaam. Op de route door het kilometers lange bloedvatenstelsel gaan de voedingsstoffen door de vaatwand heen en komen in de vloeistof rond de cellen terecht.
Een goede doorbloeding is essentieel om de voedingsstoffen naar alle cellen te transporteren. Het verklaart waarom herstel daar waar de doorbloeding minder is, bijvoorbeeld bij de achillespezen, langer duurt. Tevens verklaar het waarom een verbetering van de doorbloeding belangrijk is bij herstel van blessures en ontstekingen. Infrarood warmte (de warmte en het levenslicht uit de zon) kan dus een erg belangrijke rol spelen om dergelijke processen te stimuleren.
Celmembraan potentiaal en gebrek aan belangrijke mineralen
Het transport van voedings- en afvalstoffen is een actief en gestuurd proces. Voor het transport van voedings- en afvalstoffen door de celwand is energie nodig, elke cel is elektrisch geladen en kent een spanningsveld. Dit spanningsveld is nodig voor de celinformatie overdracht (cell signaling). Ook bestaat er een spanningsverschil tussen te de binnenkant en de buitenkant van het celmembraan (celmembraan potentiaal).
Een gezonde verhouding tussen de binnen en buitenwand is 70 en 90 minivolt. Dit potentiaalverschil wordt mede in stand gehouden door de mineralen natrium, kalium, magnesium en calcium. Bij een gebrek aan de voorgenoemde mineralen daalt het celpotentiaal en verminderd de celfunctie.
Gevolgen dalend celmembraan potentiaal
Een andere reden waarom het celmembraan potentiaal daalt, is de beschadiging van de celwand doordat vetoplosbare toxines, schadelijke gassen of zware metalen ingekapseld raken en de plaats innemen van gezonde vetmoleculen in de cel. Deze stoffen krijgen we binnen via ons voedsel, luchtverontreiniging, maar ook door gebruik van verkeerde huidverzorgingsproducten. Er wordt wel eens licht gedacht over de huidfunctie en deze producten, maar de huid is het grootste orgaan, ademt ook en neemt dus stoffen op (denk aan de nicotine en morfinepleisters). Het is net zo belangrijk om te weten wat je eet als te beseffen wat je op de huid aanbrengt.
Toxines, vrije radicalen en andere ziekmakers
Toxines en vrije radicalen kunnen ook worden aangemaakt door verkeerde voeding, medicijn gebruik, een gebrekkige voedselvertering en ziekteverwekkers zoals schimmels, virussen en parasieten. Deze toxische belasting zorgt er ook voor dat het celmembraan potentiaal daalt. Het is bekend dat dit bij kanker kan dalen tot beneden de 25mV met alle gevolgen van dien, er vindt dan nagenoeg geen actief gestuurd transport meer plaats. De aangedane cellen en weefsels kunnen geen voedingstoffen meer opnemen en afvalstoffen hopen zich op. Met andere woorden, men raakt steeds meer verankert in een sterk ziekmakende vicieuze cirkel.
De vooruitgang
Er groeit in de medische wereld een steeds groter besef dat bijna alle auto immuunziekten, mitochondriale, neurologische en degeneratieve aandoeningen en andere lichaamsgerelateerde maar ook mentale klachten in verband gebracht kunnen worden met een slecht functionerend celmembraan en te weinig mitochondriale omzetting van glucose naar energie, ATP-vorming (Adenosinetrifosfaat). Om er een paar te noemen:
- Slechte doorbloeding
- Koude handen en voeten
- Chronische vermoeidheid
- Slapenloosheid
- Verlaagde immuniteit en moeilijk kunnen herstellen
- Gevoeligheid voor infecties
- Candida woekering
- Koud wakker worden
- Te lage lichaamstemperatuur overdag
- Neurologische problemen
- Nervositeit
- Concentratieproblemen
- Verhoogde foute cholesterolwaardes (LDL – Lagedichtheidlipoproteïne)
- Toxische belasting op de vitale organen
- Voedselallergie
- Darmaandoeningen
- Hormonale disregulatie
- Overgewicht, diabetes, Metabool syndroom
- Schildklier- en alvleesklieraandoeningen
- Lupus
- Multiple Sclerose, ALS
- Reuma, Fibromyalgie, Artrose
- Kanker
- Elektromagnetisch overgevoeligheid etc..
Infraroodwarmte kan de cellen en weefsels ondersteuning bieden, een slechte voedselverbranding geeft weinig energie om de vitale organen warm te houden, een chronisch te lage lichaamstemperatuur is schadelijk voor de cellen en weefsels.
De celfunctie en Infraroodwarmte, een heilzame symbiose